Jan Luysterburg zet zich bijzonder in voor behoud van Brabantse dialecten.
Jan Luysterburg zet zich bijzonder in voor behoud van Brabantse dialecten.

Reacties gevraagd op dialect: M’n èège taol

Algemeen

As ik kwaod zèèn

Wa’k zelde doen

Dan schel en vloek ik

’k Geef ’t grif toe

Mar ik doen da d’aaltij

In m’n èège taol

M’n diejelekt.

As ik blij zèèn

Wa’k dikkels ben

Dan zieng en daans ik

En praot vol lof

Mar ik doen da d’aaltij

In m’n èège taol,

M’n diejelekt.

As ik verdrieteg zèèn

Vecht teege m’n traone

Dan bid en beedel ik

Om trwoost en ok meelij

Mar ik doen da d’aaltij

In m’n èège taol,

M’n diejelekt.

Ge bent zoowa ge sprikt

En scheldt en vloekt en prot

Zoowa ge bidt en beedelt

Zoowa g’in ’t leeve staot

Mar blef dicht bij oew èège

En sprikt oew èège taol

Oew diejelekt.

Met dit gedicht heb ik onlangs mijn liefde voor mijn dialect onder woorden gebracht. En wat ik heel erg hoop: dat ook u nog de taal van uw moeder spreekt, de taal van uw gevoel, van uw hart, van uw ziel, uw dialect dus. 

Efkes vurstelle

Mijn naam is Jan Luysterburg. Een naam die in de omgeving van Roosendaal heel gewoon is, maar buiten West-Brabant veel minder. Ik ben enkele maanden voor de Bevrijding geboren. Opgegroeid ben ik op D’n Ouwe Tol, een buurtschapje halverwege tussen Bergen op Zoom en Hoogerheide. Mijn vader kwam ook van D’n Ouwe Tol, mijn moeder kwam van Ossendrecht. Sinds mijn huwelijk (53 jaar geleden) woon ik in Hoogerheide. Mijn vrouw is opgegroeid in het dorp Woensdrecht. Hierdoor is het gekomen, dat mijn dialect een mengsel is van D’n Ouwe Tol, Bergen op Zoom, Hoogerheide en Ossendrecht. Van lieverlee is het steeds meer Hoogerheide geworden. Hoogerheide-Noord, zeggen mijn vrienden.

Dialect

Graag wil ik u ook wat meer vertellen over wat ik zoal doe op het gebied van dialect. Niet om te stoefe hoor, maar om aan te geven dat de Brabantse dialecten me toch wel heel erg boeien.

Omstreeks 1995 vroeg de toenmalige voorzitter van Heemkundekring Het Zuidkwartier of ik lid wilde worden van zijn dialectwerkgroep in oprichting. Hij zocht namelijk iemand die wilde opschrijven wat de leden van de groep zoal bij elkaar hadden verzameld. Een onderwijzer zoals ik, die bovendien een tiental jaren als tonpraoter had opgetreden, leek hem daarvoor wel geschikt. 

Wat wilt u vertellen over dialect(en)? Uw reactie is tot en met 10 februari 2023 van harte welkom op het adres luysterburg01@ziggo.nl

En zo is het begonnen. De werkgroep heeft inmiddels twee woordenboeken geproduceerd: Dialecten in het Zuidkwartier (2007) en Zegswijzen in het Zuidkwartier (2012). Maar mijn ‘werkzaamheden’ hebben zich inmiddels wel wat uitgebreid. Ik ben al vanaf het begin de hoofdredacteur van het tijdschrift Brabants, kwartaalblad over Brabanders en hun taal. Ik ben sinds 2013 redacteur van het Brabants boekske. Al 10 jaar spreek ik dialectverhaaltjes in voor het radioprogramma Bij wijze van ... za’k mar zegge. Mijn mooiste verhalen heb ik gebundeld in het boek ‘t Kom d’ammel goed. En al 5 jaar heb ik een wekelijkse dialectrubriek in De Halsterse Krant & De Zuidwestkrant.

Dialectrubriek

De redactie van De Krant regio Wouw heeft mij gevraagd om in deze maandkrant een dialectrubriek te beginnen. Het is echter mijn bedoeling, dat u hieraan een enthousiaste deelnemer wordt. Ik roep u vriendelijk maar dringend op om schriftelijk te reageren op deze column. Met een verhaaltje, een gedicht, een verslag van een gebeurtenis, uw opvattingen over een bepaald onderwerp, het kan allemaal. Daarbij zie ik het liefst dat u reageert in uw eigen dialect. Wees daarbij niet bang om fouten te maken. De spelling van de dialecten is niet dwingend voorgeschreven, u kunt gewoon alles schrijven zoals u denkt dat het goed is. Als u dat niet aandurft, mag u ook reageren in het Standaardnederlands. U mag ook zelf onderwerpen voorstellen.

Wat wilt u de lezers en mij vertellen over dialect(en)? Uw reactie is tot en met 10 februari 2023 van harte welkom op het e-mailadres: luysterburg01@ziggo.nl
Alvast bedankt voor uw reactie!