Kassen aan het Everlandwegje in Nispen.
Kassen aan het Everlandwegje in Nispen. Foto: AB

Vaak voor niks maar niet gratis

Algemeen

NISPEN - Peperteler Leo Uijtdewilligen heeft op zaterdagochtend net zijn teeltadviseur zien vertrekken als De Krant voor zijn deur staat. Na het aanreiken van een bakje (lekkere!) koffie zitten we in zijn kantine en stellen onze eerste vraag: veel reacties gehad op het eerste artikel in de januari-editie? Leo: “Meer dan verwacht! Zelfs mijn moeder kreeg van medebewoners te horen dat ik in De Krant stond. Leuke reacties trouwens allemaal.”

Hoe gaat het met de nieuwe planten? Leo: “Ze groeien prima en zijn de afgelopen drie weken goed ingeworteld in de steenwolmatten. De eerste bloemen en zelfs vruchten zijn al zichtbaar. Over vier tot vijf weken kunnen we de eerste groene pepers al oogsten. Dan is het half maart en dat is normaal. Het licht is namelijk gelijk aan het vijfjaarsgemiddelde. Ik zit dus op schema”.

Waarom heb je een teeltadviseur? Leo: “Teeltvoorlichting is in de tuinbouw van oudsher gebruikelijk. Vroeger leerden de telers veel van elkaar door deelname aan excursiegroepen. Doordat je zo plantenvirussen op elkaars bedrijven kunt brengen is dat nu minder gebruikelijk. De teeltadviseur komt elke dag in meerdere kassen maar hij is heel secuur op het voorkomen van ziekteoverdracht. Hij is helemaal ingepakt in beschermende kleding als ik met hem een rondje door de kas loop, de klimaatinstellingen check en heel precies naar de planten en de daarvoor benodigde arbeid kijk. Hij schrijft na elk bezoek een bezoekverslag.” 

Hoe vaak ik hem zie? Leo: “Vijfentwintig tot dertig keer per jaar. Van het planttijdstip tot rood oogsten: elke week! Van rood oogsten tot eind augustus: elke 14 dagen. En vanaf augustus tot einde oogst in november elke drie weken. Misschien wel 10 keer komt hij voor niks. Dan wisselen we informatie uit wat hij bij mij en collega-telers ziet. Dat geeft een bepaalde zekerheid dat je goed bezig bent. Maar dan volgt bij een bezoek een gouden tip. Daar doe je het voor! Alle voorgaande kosten zijn dan namelijk in een klap goedgemaakt. Mijn teeltadviseur zegt zelf altijd: Ik kom vaak voor niks maar niet gratis. En dat klopt!”

Hoe warm is het in de kas? Leo: “Ik meet met mijn weerstation licht, windrichting, temperatuur en luchtvochtigheid. Zo kan ik het openen en sluiten van de dakramen goed regelen en daarmee de optimale temperatuur en luchtvochtigheid. Ik probeer overdag altijd een temperatuur aan te houden van 20 -23 graden; in de nachturen zakt de temperatuur naar 12 - 16 graden. Dat bevordert de celdeling van de planten. Een plant heeft namelijk zuurstof, CO2, water, voedingsstoffen en licht nodig.


Hoe regel jij dat je planten voldoende water krijgen? Leo: “De planten krijgen zuinig water (via z.g.n. druppelaars). Per m2 wordt op jaarbasis 1000 liter water gedruppeld. 25% (200 liter) daarvan vangen we weer op als drainwater en wordt hergebruikt. Zo gaat er niets verloren. Ik vang het regenwater van de kassen op in enkele grote waterbassins. Dat is zo’n 6000 m3 per jaar. Maar dat is niet voldoende voor de teelt. Het overige water wordt op 80 meter diepte onttrokken aan de zogeheten laag van Antwerpen. Na het ontijzeren van dit grondwater is het prima water voor de planten.”

“Over vier tot vijf weken kunnen we de eerste groene pepers al oogsten”