Botanicus Petra van der Wiel.
Botanicus Petra van der Wiel. Foto: P. van der Wiel

Laat je verwonderen!

Algemeen

REGIO WOUW - Met bovenstaande zin ‘Laat je verwonderen!’ sloot de Roosendaalse botanicus Petra van der Wiel, als fulltime vrijwilliger actief onder andere voor Natuurmonumenten West-Brabant, onderstaand interview af. Waarom een interview? Onze correspondent ontmoette Petra enige weken geleden tijdens de bijpraat-bijeenkomst van de gemeente Roosendaal en het Bravis ziekenhuis. Daar werden aan de bezoekers gratis zakjes zaad van wilde bloemen meegegeven. Petra liet merken daar wel haar professionele bedenkingen bij te hebben. “Worden lokale inheemse planten verdrongen door hier niet eerder gevonden soorten omdat ze zich ook uitzaaien buiten het ziekenhuisterrein?” Daar wilden we meer over weten. En voor we het wisten werden we meegenomen in de wereld van de inheemse bloemen en planten rondom ons. Hieronder haar verhaal.


Terugkijken

Als Petra terugkijkt op 30 jaar plantenonderzoek in West-Brabant en net daarbuiten dan ziet zij een groot aantal veranderingen in de plantensamenstelling. De oorspronkelijke inheemse soorten zijn onder druk komen te staan. Oude planten relicten in het landschap, zoals bosanemoon en de struikhei, worden verdrongen door grassen, struiken en bramen. Verder komen planten via zaden uit andere delen van Europa en de rest van de wereld, via bijvoorbeeld pot- en vijverplanten, transportmiddelen, blijven haken aan kleding of caravanmatje of door weggegooide en uitzaaiende tuinplanten die nu buiten de tuin zijn beland. Een voorbeeld van dat laatste is wilde marjolein die uit tuinen ontsnapt en op veel plaatsen in dorps- of stadsomgeving te vinden is. Verder wordt er veel ingezaaid met soorten die van oorsprong niet in West-Brabant thuishoren zoals harige ratelaar of duifkruid.

Hoe en waar ben je actief als botanicus? 

Petra: “Mijn werkgebied is grotendeels West-Brabant: van de westrand van Breda tot en met het Schelde-Rijnkanaal en van de Belgische grens tot en met Hollands Diep, een gebied van iets meer dan 1.000 km2). Vaak ga ik alleen op pad en geregeld samen met de plantenwerkgroep van de KNNV Roosendaal, Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging voor veldbiologie. We maken een agenda wanneer we wat willen bezoeken, meestal op basis van één vierkante kilometer (het km-hok) volgens de topografische kaart. Tijdens het bezoek worden de gevonden plantensoorten ingevoerd in een app op de telefoon, van sommige soorten tellen we de aantallen en of de soort bijvoorbeeld bloeit of vrucht draagt. De ingevoerde soorten komen na upload in de Nationale Databank Flora en Fauna. Door heel Nederland wordt plantenonderzoek gedaan en kan men plantengegevens van nu met vroeger vergelijken en voor- of achteruitgang constateren. Op basis van de verzamelde gegevens, die natuurorganisaties in kunnen zien, kunnen zij beheer effecten vaststellen en hun activiteiten in de gewenste richting bijstellen.” Het werk van Petra en werkgroepleden wordt door natuurorganisaties en beleidsmakers getypeerd als “van onschatbare waarde”.

Dynamisch

In 1994 werden bij inventarisaties van vierkante kilometers de gegevens van zo’n 150 soorten genoteerd. Inmiddels zijn in 2023 de dorps- en stadsflora in West-Brabant verrijkt tot zo’n 400 verschillende plantensoorten per km2. Daartussen zitten eenmalige vondsten en soorten die blijven. Men spreekt daarom nu over gemiddeld 350 soorten in de urbane omgeving, dorp en stad, per km2 die je in een jaar kunt vinden; in het buitengebied ligt dat aantal een heel stuk lager, daar kom je soms met moeite aan 150 verschillende soorten. Hieruit blijkt maar weer dat de omgeving voor planten behoorlijk dynamisch is.

Wat betekent dit voor de inheemse soorten? 

Petra: ”Er zijn zowel positieve als negatieve ontwikkelingen te melden. Enkele positieve voorbeelden: Industrieterrein Borchwerf, door de aanleg van brede groene stroken en waterbergingen vind je hier juweeltjes als je naar de flora kijkt -schildereprijs zou je verwachten in een natuurgebied en niet op een industrieterrein. Ook de recent aangelegde meanderende sloot langs het zonnepark bij het Hollewegje in Roosendaal is een aanwinst, vooral voor oeverplanten. De waterbergingen achter de kerk van Moerstraten is ook een goed voorbeeld van een positieve ontwikkeling. Minder goed gaat het in diverse waterlopen door de stad Roosendaal. Hier groeien invasieve waterplanten -ooit weggegooid als tuinvijverplant- zoals grote waternavel, waterteunisbloem of parelvederkruid. Deze soorten woekeren en kunnen een groot deel van de beek of vaart bedekken. Maaibootjes nemen van de ene maailocatie deze invasieve waterplanten mee naar een nog schone wateromgeving of het maaisel laat men wegdrijven zodat deze soorten tot buiten de stad terechtkomen. Dat is dus duidelijk niet de bedoeling maar het is wel gebeurd.”


Hoe staat de natuur er in algemene zin voor?

Petra: “Ook hier zijn plussen en minnen te noteren. De zeldzame soorten worden nog zeldzamer. Door weersinvloeden kan de ene soortgroep een opleving hebben en de andere juist niet. De natte, zachte winter van 2022-2023 heeft een uitzonderlijke bloei van diverse inheemse struiken en bomen opgeleverd en daardoor veel vruchten, bessen en noten in het najaar. De extreme droogte van augustus 2022 zorgde bij sommige vlindersoorten dat ze veel minder gezien zijn in 2023. De zachte oktobermaand zorgt voor herbloei van rododendrons, wat verrassend is. Een wisselend beeld dus, waarbij we ons zeker zorgen moeten maken om sommige zeer zeldzame soorten, zoals onder andere knolsteenbreek en klein glidkruid.”

“Door weersinvloeden kan de ene soortgroep een opleving hebben en de andere juist niet”

Kan je de lezer vertellen welke bijzondere inheemse plantensoorten er in hun dorp of stad te vinden zijn? 

Petra: “In onze omgeving komen enkele soorten voor die belangrijk zijn voor onze provincie, prioritaire soorten, zoals in Roosendaal de echte guldenroede en in Moerstraten klimopwaterranonkel. Daarnaast hebben ook de andere dorpen plantensoorten die typerend zijn voor het dorp: in Nispen is dat kruipend zenegroen, voor Wouw bosanemoon, Wouwse Plantage is rijk aan verschillende soorten havikskruiden en langs de Boomdijk in Welberg is veel ijle zegge te vinden, bij Huijbergen kun je in het voorjaar op zoek naar het lelietje-van-dalen.”


Wat bepaalt nu waar bepaalde inheemse soorten groeien?

Petra: “Dat is heel divers want afhankelijk van veel variabelen: zand- of kleigrond, leem of zavelhoudend, kalkhoudend of verzuurd, droog of nat, verzilt of niet, naald- of loofbossen, voedselrijk of voedselarm, akker- of grasland, hoogliggend zoals de Brabantse Wal of poldergebied beneden NAP, et cetera. Ik moet mij naast plantkunde dus ook bezighouden met hydrologie, geologie en niet te vergeten de geschiedenis van de regio.”

Geologie en geschiedenis? 

Petra: “Er is een mooi boek over de Verdwenen Venen in West-Brabant en het deel net ten zuiden van de grens in België. Delen van deze gemeenten en net over de grens lagen onder een veenlaag, daarom zijn er de Elderse Turfvaart en De Zoom als waterlopen waarover de turf werd vervoerd. Juist langs deze oude waterlopen kom je fraaie plantensoorten tegen die wijzen op de ouderdom van de bodem zoals varens, havikskruiden en gewone salomonszegel. En zodra er een poel wordt aangelegd is er kans dat plantensoorten opduiken die juist bij het veen verleden horen: “moerashertshooi en kleine zonnedauw”. 

Laatste vraag. Ben jij, net als boswachter Erik de Jonge, positief over de toekomst van de natuur in West-Brabant? 

Petra: “Zeker!” Laat je verwonderen! Er gebeuren namelijk spannende dingen. Dat begint al als je je woning uitloopt. Bekijk je stoep eens goed. Wat leeft daar allemaal aan insecten, overige dieren en planten in de kieren van de stoep? In West-Brabant is het vaak mogelijk om rond elke stad of dorp je eigen ommetje door het groen te maken. Zelfs in de stad Roosendaal zie je verwilderde krokusjes in het gazon, nieuwkomers als kransmuur en gehoornde klaverzuring en buiten de stad langs oude sloten nog bosanemoon. Er is heel veel moois en dat zal door de dynamiek die er is steeds veranderen en daar mag je je over verwonderen.”

Klein glidkruid
Invasieve waterteunisbloem
Wilde marjolein
Lelietje-van-dalen
Kruipend zenegroen
gele bloemen van havikskruid